Vorige week maakte minister Kamp van Economische Zaken bekend dat de gebruikelijk-loonregeling voor innovatieve bedrijven wordt versoepeld. Oprichters van start-ups kunnen de eerste drie jaar na oprichting van hun B.V. volstaan met een salaris gelijk aan het minimumloon.
Dit is een tweede belangrijke vernieuwing binnen de gebruikelijk-loonregeling. Eerder dit jaar heeft Hof Amsterdam namelijk beslist dat de vergelijkingsmethode voorrang heeft boven de afroommethode.
Wat is de gebruikelijk-loonregeling?
Een dga is directeur en aandeelhouder van zijn B.V. Doordat hij de volledige zeggenschap heeft, kan hij kiezen hoe hij de opbrengsten van zijn B.V. wil ontvangen: als salaris of als dividend. De belastingdruk op dividend is lager dan de belastingdruk op salaris. Daarom is het voordelig om het salaris zo laag mogelijk vast te stellen. Dit wil de wetgever niet, want dat levert minder belastinggeld op. Mede daarom is de zogenaamde gebruikelijk-loonregeling ingevoerd. Deze bepaalt dat een dga een zakelijk salaris moet ontvangen van zijn werkgever, zijn eigen B.V. Maar wat is nu een zakelijk salaris? Hier zijn twee methodes voor om dit te bepalen: de afroom- en vergelijkingsmethode. Ongeacht welke methode wordt gebruikt, moet het salaris op minimaal
