In een levenstestament leg je vast wie je zaken behartigt als je wilsonbekwaam raakt. Dit onbekwaam raken kan gebeuren door bijvoorbeeld ziekte, ouderdom, een ongeluk of dementie. Een levenstestament komt dus – anders dan een normaal testament – niet op tafel na je overlijden, maar tijdens de situatie dat je nog leeft maar je eigen wil niet meer kunt bepalen.
In je levenstestament kun je iemand aanwijzen die je vertegenwoordigt op het moment dat je daartoe niet langer in staat bent. Je geeft deze persoon als het ware nu alvast een volmacht voor het geval dat je ooit wilsonbekwaam geraakt. Deze vorm van volmacht wordt een notariële volmacht genoemd.
Naast het aanwijzen van een gevolmachtigde kun je ook specifieke wensen opnemen in een levenstestament. Dit kunnen wensen over zowel persoonlijke als zakelijke belangen zijn.
Een wens die veel wordt vastgelegd is dat partner en kinderen namens jou schenkingen aan henzelf kunnen doen. Deze mogelijkheid kan een aanzienlijke besparing van erfbelasting realiseren. Daarnaast kan deze er ook voor zorgen dat de zorgbijdrage voor de AWBZ op het moment dat je in een zorginstelling terecht komt wordt geminimaliseerd.
Het opstellen van een levenstestament kan dus in veel situaties latere problemen voorkomen. Daarnaast vergroot dit de kansen dat tijdens een onverhoopte situatie van wilsonbekwaamheid volgens jouw wensen wordt gehandeld.