In de politieke jaaroverzichten over 2016 zal zeker de moeizame bevalling van de uitvoering van de Wet DBA voorkomen. Ik kan me niet herinneren dat een ander fiscaal gerelateerd onderwerp zo vaak in politiek Den Haag is besproken als deze wet. En dat is alles behalve een goed teken.
Reden invoering Wet DBA
Het is de overheid al jaren een doorn in het oog dat arbeiders die feitelijk een reguliere werknemer zijn, profiteren van tegemoetkomingen en aftrekposten door zich fiscaal uit te geven als ondernemer. Met de VAR is getracht om deze doorn te verwijderen; dit is echter niet gelukt. Met de Wet DBA wordt een nieuwe poging gewaagd. Vooralsnog heeft deze echter niet het gewenste effect.
Gezagsverhouding
Het onderscheid tussen een werknemer en ondernemer zit hem met name in het antwoord op de vraag of sprake is van een gezagsverhouding. Deze vraag is erg lastig te beantwoorden, zo leert het heden en de geschiedenis. De wetgever heeft discussie over het wel of niet aanwezig zijn van een gezagsverhouding proberen te verhelpen door modelovereenkomsten op te stellen. Als conform deze modelovereenkomsten wordt gewerkt, is geen sprake van een gezagsverhouding.
Onvoldoende houvast
Ondernemend Nederland, de advieswereld en uiteindelijk ook de politiek zijn tot de conclusie gekomen dat de Wet DBA niet de oplossing is om het probleem van de gezagsverhouding op te lossen. Dit kan alleen door het begrip te herijken en van duidelijke en in de praktijk toepasbare criteria te voorzien. Dit gaat de wetgever dan ook doen in de periode tot 1 januari 2018. Tot die tijd wordt de handhaving van de Wet DBA opgeschort, behalve ten aanzien van kwaadwillenden.
Definitie kwaadwillenden
‘Kwaadwillend is de opdrachtgever of opdrachtnemer die opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat hij feitelijk weet – of had kunnen weten – dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking.’ Dit is de definitie die Wiebes gebruikte bij de aankondiging van het uitstel van handhaving. Wat plaatste de belastingdienst als uitvoerder van de handhaving echter?
‘U kunt weten dat een zzp’er eigenlijk in loondienst voor u werkt. Maar u doet geen moeite om anders te gaan samenwerken. U gaat gewoon op de oude manier verder. Zonder een modelovereenkomst te gebruikten.’
Nogal een verschil. Niet gek dus dat er weer Kamervragen zijn gesteld aan Wiebes. Deze hebben tot de volgende herdefinitie geleid:
U bent kwaadwillend als u opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat u weet – of had kunnen weten – dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking.
Dit is de definitie die zowel de wetgever als de belastingdienst nu gaat hanteren. Weer een ruis minder. En nu op naar het afvinken van de andere nog openstaande punten Den Haag, zodat 2017 de boeken in gaat als het jaar waarin eindelijk een bruikbare definitie van ‘ondernemer’ is geschapen en waarin het probleem van de schijnzelfstandigheid op een realistische en werkbare wijze is getackeld.